Vragen over je pensioensparen

Je mag je aanvullende pensioen, of groepsverzekering, opvragen vanaf het moment dat je wettelijk op pensioen gaat.

Bij een pensioenverzekering is je rendement en je einddatum al op het voorhand vastgelegd. Een pensioenverzekering biedt je zekerheid, maar ook meestal een lager rendement. Je kan vanaf je 65 geld afnemen.

Bij een pensioenfonds is je rendement en de einddatum niet vastgelegd. Er wordt met je geld belegd in aandelen en obligaties, waardoor je soms meer en soms wat minder winst zult zien. Je bent dus iets minder zeker, maar het kan je wel meer opbrengen. Je kunt vanaf je 60 geld afnemen.

Beiden geven dezelfde fiscale voordelen.

Je moet je pensioeninstelling op de hoogte stellen dat je van werkgever verandert. Dat doe je altijd best schriftelijk en verplicht binnen de 30 dagen. Je krijgt dan 5 opties om te kiezen wat je doet met het opgebouwde kapitaal.

• Je kan bij dezelfde verzekeraar blijven, zonder wijziging van het pensioenplan
• Je kan bij dezelfde verzekeraar blijven, zonder wijziging van het pensioenplan, met overlijdensdekking.
• Je kan je kapitaal overbrengen naar de onthaalstructuur van je huidige verzekeraar.
• Je kan het gespaarde kapitaal overdragen naar de verzekeraar van je nieuwe werkgever.
• Je kan je geld overdragen naar een andere pensioeninstelling.

Pensioensparen doe je zelf. Je beslist zelf hoeveel je stort. Je spaart dus met je eigen loon verder.

Een groepsverzekering is iets wat je werkgever aanbiedt. Het is een aanvullend pensioen boven op je wettelijk pensioen.